Uit “My Search for Truth“ (Mijn zoektocht naar de Waarheid)
van Henry Thomas Hamblin

Al gauw nadat “The Science of Thought Review” (Bespreking van de wetenschap van het denken) was opgericht, leerde ik prinses Karadja kennen. Ze is inmiddels overgegaan en had de Vereniging van het Witte Kruis opgericht. Ook was ze een heel bekende helderziende. Prinses Karadja schreef verschillende boeken waarin ze blijk gaf van een diepgaande kennis van esoterische en occulte zaken die mijn pet te boven gingen. Ze schreef ook enkele artikelen voor “The Science of Thought Review”, maar deze waren zo mysterieus dat ze onbegrijpelijk waren voor mijn lezers en mijzelf. Daarom stopte ik met het publiceren van ze.

Eens toen ik in Londen was een een uurtje de tijd had, bezocht ik prinses Karadja. Ze vertelde me veel interessante en bijzondere dingen, waarvan ik de meeste al lang ben vergeten; maar ik herinner me nog wel dat ze het had over de mysterieën van de Grote Piramide en interessante theorieën had over de aardas, die volgens haar bezig was te veranderen. Ze vertelde me ook dat mijn ogen vol licht leken te zijn voor haar, als elektrische lampen in alabaster.

Ik besteedde hier toen niet veel aandacht aan, maar sindsdien is mij door anderen hetzelfde verteld. Wanneer ik tijdens een kleine bijeenkomst sprak, waar we allen eensgezind waren, vertelden mensen me soms naderhand dat het moeilijk voor ze was om naar me te kijken omdat het leek alsof ik stralen van schitterend wit licht uitstraalde. (Sindsdien heb ik gehoord dat dit helemaal niet ongewoon is en dat hetzelfde verschijnsel in bepaalde spirituele leraren is waargenomen.)
Ik zette dit alles van me af, met het idée dat het allemaal verbeelding was; maar enige tijd later moest ik van gedachten veranderen.

Een dame kwam op bezoek – ik denk dat ze uit India kwam – wiens ogen duidelijk vol licht waren, “als elektrische lampen gevat in alabaster”. In feite leek het hele bovenste deel van haar hoofd vaag vanwege de verlichting eromheen. Aangezien ik geen medium of helderziende ben, moest ik wel toegeven dat er iets zat in datgene wat prinses Karadja en andere mensen me hadden verteld. Maar deze verlichting in mijn bezoeker was niet het tamelijk harde en schitterende licht dat gezien kan worden in bepaalde portretten en tekeningen, die bovennatuurlijke dingen illustreren. In plaats daarvan was het een zachte en hemelse straling die alleen zichtbaar is voor degenen die leven in een hoger bewustzijn.

Mijn bezoekster was een heel spirituele vrouw. Na dit voorval begon ik dus meer te letten op mensen en ik merkte op, dat de meerderheid van de mensen die onontwaakt waren, een dode, deegachtige verschijning hadden; maar hier en daar vond ik iemand wiens gezicht vol licht was. In de gevallen waarbij ik de mensen die licht op hun gezicht hadden, leerde kennen, merkte ik dat ze veel in gebed waren – dat wil zeggen, ze hadden dagelijks omgang met God.

Dus dat verklaarde alles. De levenloze, deegachtige gezichten behoorden toe aan onontwaakte mensen die geen omgang met God hadden, terwijl degenen bij wie het licht door hun gezicht scheen, leefden en spraken met God.

God is Licht. God in ons is het enige wat echt is in ons en God is Licht.

Dat was het ware Licht,
Dat elk mens verlicht,
Dat in de wereld komt.


Opmerking van Margareth Lee:
Deze woorden maakten indruk op me, omdat ik hetzelfde heb meegemaakt. Ik heb ook vele mensen ontmoet die een gloed op hun gezicht hadden en later vertelden mensen die ik ontmoette me dat ze een licht om me heen zagen.
Ik moet wel de kanttekening plaatsen dat sommige van deze mensen helemaal niet met spirituele dingen bezig waren.
Ook gebeurde er iets geweldigs. Op zekere dag (in 2002) vertelde ik mijn dochter, die ook in nauw contact staat met God, over deze woorden. Ze vertelde me toen dat ze de nacht daarvoor wakker was geworden nadat ze een man had ontmoet, die met "ogen als koplampen" naar haar keek. Ze was er wel van geschrokken. Men kan zich voorstellen dat we heel blij waren met de verklaring hiervan die ons op deze manier werd gegeven.